40 minuten
4 personen

Ingrediënten

  • 4 parelhoenfilets
  • 200 g boterboontjes
  • 8 fijngesneden speksneetjes (gerookt)
  • 500 g mandarijnen
  • 2 el Oranjebloemhoning
  • 2 el ketjap
  • 1 stukje gember (stuk van ± 4 cm)
  • 1 teentje look
  • 1 el tijm
  • olijfolie
  • bakboter
  • peper
  • zout

Stap 1

Schil en rasp het stuk gember en pers het teentje look. Meng met de honing en ketjap. Kruid met peper en zout.

Stap 2

Neem een zevental boterbonen en omwikkel ze met twee sneetjes spek.

Stap 3

Pers de mandarijnen. Hou één mandarijn apart voor de afwerking.

Stap 4

Vet een ovenschotel in met olijfolie en leg er de vier parelhoenfilets in. Bestrijk ze met de helft van het honingmengsel en plaats gedurende een kwartier op 220 ° in de oven. Draai de filets om en bestrijk de andere zijde met het mengsel. Laat opnieuw een kwartiertje garen in de oven.

Stap 5

Verhit een klontje bakboter in een pan en leg er de pakketjes met bonen en spek in. Breng op smaak met wat tijm en laat gedurende vijf minuutjes bakken. Draai regelmatig om.

Stap 6

Gebruik het braadvocht van de parelhoen om je saus te maken. Meng met het mandarijnensap en breng op smaak met peper en zout.

Stap 7

Leg een parelhoenfilet en een bonenpakketje op een bord, decoreer met de saus en een schijfje mandarijn.

TIP:

serveer met kroketjes of gebakken aardappelen.